De printer kan plotseling niet worden gebruikt
Kan niet communiceren met de printer nadat de netwerkinstellingen zijn gewijzigd (Windows)
Kan niet communiceren met de printer via draadloos LAN
Kan niet communiceren met de printer via een directe verbinding
Kan niet communiceren met de printer via bedraad LAN
Kan niet afdrukken vanaf een netwerkcomputer
Kan niet communiceren met de printer nadat de netwerkinstellingen zijn gewijzigd (Windows)

Het kan enige tijd duren voordat de computer een IP-adres heeft opgehaald. U moet mogelijk de computer opnieuw opstarten.
Controleer of de computer een geldig IP-adres heeft verkregen en probeer de printer opnieuw te vinden.
Kan niet communiceren met de printer via draadloos LAN

-
Controle 1 Controleer de status van de printer en het netwerkapparaat (router en dergelijke).
Als de printer en het netwerkapparaat zijn uitgeschakeld, schakelt u deze in.
Als deze zijn ingeschakeld, schakelt u deze uit en weer in.
-
Controle 2 Zorg dat de netwerkinstellingen van de printer en de draadloze router met elkaar overeenkomen.
Zorg dat de netwerkinstellingen van de printer (zoals naam van draadloze router, SSID en netwerksleutel) overeenkomen met die van de draadloze router.
Controleer de instellingen van de draadloze router in de bijgeleverde instructiehandleiding of neem hiervoor contact op met de fabrikant ervan.
Als u de huidige netwerkinstellingen van de printer wilt controleren, drukt u de netwerkinstellingen af.
Als de netwerkinstellingen van de printer niet overeenkomen met de instellingen van de draadloze router, wijzigt u de instellingen van de printer zodat ze overeenkomen met die van de draadloze router.
Opmerking-
Voor Windows: wijzig de instellingen van de printer met IJ Network Device Setup Utility.
-
-
Controle 3 Zorg dat de printer niet te ver van de draadloze router is geplaatst.
Plaats de draadloze router en de printer zodanig dat er zich geen obstakels tussen beide bevinden. Draadloze communicatie tussen verschillende kamers of verschillende verdiepingen is over het algemeen gebrekkig. De draadloze communicatie kan worden verhinderd door bouwmaterialen die metaal of beton bevatten. Als de printer ten gevolge van een muur niet via een draadloos LAN kan communiceren met de computer, zet u de printer en de computer in dezelfde ruimte.
Als een apparaat zoals een magnetron dat radiogolven van dezelfde frequentie uitzendt als een draadloze router in de buurt staat, kant dat storingen veroorzaken. Plaats de draadloze router zo ver mogelijk van de storingsbronnen.
-
Controle 4 Controleer of het draadloze signaal sterk is. Bewaak de signaalstatus en verplaats de printer en de draadloze router zo nodig.
Opmerking-
Voor Windows: bewaak de signaalstatus met IJ Network Device Setup Utility.
-
-
Controle 5 Zorg dat de netwerkinstellingen van de computer correct zijn.
Voor meer informatie over het verbinden en instellen van een netwerkapparaat raadpleegt u de handleiding van het apparaat of neemt u contact op met de fabrikant.
-
Controle 6 Zorg dat u een geldig kanaal gebruikt.
De bruikbare draadloze kanalen kunnen beperkt zijn, afhankelijk van het draadloze netwerkapparaat dat door de computer wordt gebruikt. Raadpleeg de instructiehandleiding bij de computer of het draadloze netwerkapparaat om bruikbare draadloze kanalen te controleren.
-
Controle 7 Zorg dat het kanaal dat op de draadloze router is ingesteld, een bruikbaar kanaal is, zoals bevestigd tijdens controle 6.
Als dit niet het geval is, wijzigt u het kanaal op de draadloze router.
-
Controle 8 Zorg dat de firewall van de software is uitgeschakeld.
Als de firewall van de beveiligingssoftware is ingeschakeld, wordt mogelijk het bericht weergegeven dat Canon-software probeert toegang te krijgen tot het netwerk. Als deze waarschuwing wordt weergegeven, stelt u de beveiligingssoftware zo in dat toegang altijd wordt toegestaan.
Als u programma's gebruikt die schakelen tussen netwerkomgevingen, controleert u de instellingen ervan. Sommige programma's gebruiken standaard een firewall.
-
Controle 9 Indien de printer op een AirPort Base Station via LAN is aangesloten, gebruikt u alfanumerieke tekens voor de netwerkidentificatie (SSID). (Mac OS)
Voer de installatie opnieuw uit als het probleem niet is verholpen.
-
Voor Windows:
Gebruik de installatie-cd-rom of volg de instructies op de Canon-website.
-
Voor Mac OS:
Volg de instructies op de Canon-website.
-
Plaatsing:
Zorg dat zich geen obstakels bevinden tussen de draadloze router en de printer.
Kan niet communiceren met de printer via een directe verbinding

-
Controle 1 Zorg dat de printer is ingeschakeld.
-
Controle 2 Wordt het pictogram
op het LCD-scherm weergegeven?Als het pictogram niet wordt weergegeven, selecteert u Directe verbind. activeren (Activate direct connect.) bij LAN wijzigen (Change LAN) in LAN-instellingen (LAN settings) in het HOME-scherm.
-
Controle 3 Zorg ervoor dat printer is geselecteerd als verbinding voor een draadloos communicatieapparaat (bijv. een smartphone of tablet).
Selecteer de identificatie voor de directe verbinding (SSID) voor de printer als bestemming van de verbinding voor communicatieapparaten.
-
Controle 4 Hebt u het juiste wachtwoord opgegeven voor de directe verbinding?
Als de beveiligingsinstelling van de directe verbinding is ingeschakeld, moet u het wachtwoord invoeren om uw communicatieapparaat te verbinden met de printer.
Als u het wachtwoord voor de printer wilt controleren, geeft u dit weer op het bedieningspaneel van de printer of drukt u de informatie over de netwerkinstellingen van de printer af.
-
Geef ze weer op het LCD-scherm.
-
Druk de netwerkinstellingen af.
-
-
Controle 5 Zorg dat de printer niet te ver van de draadloze router is geplaatst.
Plaats de draadloze router en de printer zodanig dat er zich geen obstakels tussen beide bevinden. Draadloze communicatie tussen verschillende kamers of verschillende verdiepingen is over het algemeen gebrekkig. De draadloze communicatie kan worden verhinderd door bouwmaterialen die metaal of beton bevatten. Als de printer ten gevolge van een muur niet via een draadloos LAN kan communiceren met de computer, zet u de printer en de computer in dezelfde ruimte.
Als een apparaat zoals een magnetron dat radiogolven van dezelfde frequentie uitzendt als een draadloze router in de buurt staat, kant dat storingen veroorzaken. Plaats de draadloze router zo ver mogelijk van de storingsbronnen.
-
Controle 6 Controleer of al 5 apparaten zijn verbonden.
Bij een directe verbinding kunnen maximaal 5 apparaten worden verbonden.
Kan niet communiceren met de printer via bedraad LAN

-
Controle 1 Zorg dat de printer is ingeschakeld.
-
Controle 2 Zorg dat de LAN-kabel correct is aangesloten.
Controleer of de printer met de LAN-kabel op de router is aangesloten. Als de LAN-kabel los zit, sluit u de kabel goed aan.
Als de LAN-kabel is aangesloten op de WAN-zijde van de router, sluit de kabel aan op de LAN-zijde van de router.
Voer de installatie opnieuw uit als het probleem niet is verholpen.
-
Voor Windows:
Gebruik de installatie-cd-rom of volg de instructies op de Canon-website.
-
Voor Mac OS:
Volg de instructies op de Canon-website.
Kan niet afdrukken vanaf een netwerkcomputer

-
Controle 1 Zorg dat de netwerkinstellingen van de computer correct zijn.
Raadpleeg de instructiehandleiding van de computer of neem contact op met de fabrikant voor meer informatie over het instellen van de computer.
-
Controle 2 Als het printerstuurprogramma niet is geïnstalleerd, installeert u het.
-
Voor Windows:
Installeer het printerstuurprogramma met de Installatie-cd-rom of vanaf de website van Canon.
-
Voor Mac OS:
Installeer het printerstuurprogramma vanaf de website van Canon.
-
-
Controle 3 Zorg er bij gebruik van draadloos LAN voor dat de draadloze router niet beperkt welke computers er toegang toe hebben.
Raadpleeg de instructiehandleiding bij de draadloze router of neem contact op met de fabrikant voor meer informatie over het verbinden en instellen van de draadloze router.
Opmerking-
Als u het MAC-adres of het IP-adres van uw computer wilt controleren, raadpleegt u Het IP-adres of MAC-adres van de computer controleren.
-

